|
Met de juiste tuinverlichting verleng je de avonden buiten en zorg je voor meer veiligheid rondom je woning. Toch komt er meer kijken bij het aanleggen van buitenverlichting dan alleen het kiezen van mooie lampen. Een goede voorbereiding voorkomt gedoe én gevaarlijke situaties.
Begin met een lichtplan Voordat je met kabels gaat slepen, is het slim om een lichtplan te maken. Denk na over waar je functioneel licht nodig hebt, zoals bij een looppad of schuurdeur, en waar je sfeer wilt creëren met bijvoorbeeld grondspots of prikverlichting. Een plattegrond van je tuin helpt om alle plekken goed in beeld te krijgen.
Kies het juiste type voeding Ga je werken met 230V of kies je voor veilige 12V tuinverlichting? Voor 230V heb je een waterdicht buitenstopcontact of aftakking vanuit huis nodig. In dat geval is het belangrijk dat je gebruikmaakt van geschikte bedrading. VD-draad is bijvoorbeeld gangbaar voor binneninstallaties en kan via een spatwaterdichte verbinding veilig worden gekoppeld aan buitenverlichting, mits verwerkt in een installatiebuis of geschikt lasdoosje. Een assortiment VD draden is bij diverse retailers verkrijgbaar, vaak in verschillende kleuren en draaddiktes.
Gebruik de juiste kabels voor buitengebruik Voor ondergrondse bekabeling gebruik je grondkabels die bestand zijn tegen vocht en druk. Zorg ervoor dat je deze kabels minimaal 60 cm diep legt en markeer ze met een waarschuwingslint. Verbind de buitenkabels met een veilige overgang naar binnen, bijvoorbeeld in een waterdichte aansluitdoos. Deze kun je vinden bij www.sandervunderink.nl/draad-kabel/.
Veiligheid boven alles Zorg dat je installatie is aangesloten op een aardlekschakelaar en controleer alles op juiste aansluitingen voordat je de stroom inschakelt. Werk je met losse lampen of uitbreidbare systemen? Kies dan voor waterdichte stekkers en goedgekeurde verbindingen die tegen weer en wind kunnen.
Test altijd voor je afwerkt Controleer altijd of de installatie goed functioneert voordat je alles afwerkt. Test elke lamp en verbinding zorgvuldig, het liefst ook na een regenbui. Zo kun je zien of alles goed is afgedicht. Controleer daarnaast of eventuele sensoren en tijdschakelaars correct reageren. Pas als alles naar behoren werkt, kun je de installatie definitief afronden.
|